Maatjes met je schaduw

Interview met Hendrik Grashuis & Johan van Breukelen

Mannenwerk, is dat niet iets met zweethutten, bomen omhakken en stammen sjouwen? Iets van de zeventiger en tachtiger jaren? Dat groepen mannen bij elkaar kropen om te leren huilen en knuffelen? Oh, het gaat tegenwoordig meer over bewustzijn en innerlijke vrijheid;over persoonlijk leiderschap. Maar is het in deze tijd echt nog nodig dat mannen zich met elkaar terugtrekken zonder vrouwen? En hoe specifiek mannelijk is dat Mannenwerk?

Als bestuurslid en inhoudelijk leider van Stichting Mannenwerk kregen we de afgelopen jaren diverse vragen en opmerkingen, waarbij allerlei vooroordelen bleken te bestaan die we hier graag willen weerleggen. Nee, wij zijn niet van de trommels en de vreugdevuren! En ook niet van de overgangsrituelen van jongen tot man. Wij gaan niet per se mee met de gedachte dat mannen op een genderspecifieke manier benaderd moeten worden. Ons werk hoeft niet ‘typisch mannelijk’ actiegericht te zijn: niets doen, niets hoeven, stil staan, voelen hoe het echt met je is en daarover spreken kan voor mannen al een verademing zijn.

Stichting Mannenwerk organiseert supportgroepen, thema- en contactdagen en meerdaagse workshops voor homo-, bi-, en heteromannen, rondom bewustzijn en persoonlijke ontwikkeling. ‘Homo’ en ‘bi’ noemen we maar nadrukkelijk want bij veel ‘oermannenwerk’ is daar meestal weinig ruimte voor. De mannen die onze activiteiten bezoeken zijn van alle leeftijden en achtergronden. Hoe groter de verschillen, hoe interessanter de wisselwerking binnen de groep. De middenmoot in onze workshops is meestal tussen 35 en 65 jaar, met uitschieters naar boven en beneden. In een weekend waar mannen hun vaders, broers en zonen meenamen was er ooit een jongen van twaalf en een man van 87. Ouderen zijn ooit jongeren geweest en jongeren worden als het goed gaat allemaal ouderen. We kunnen in elke leeftijdsfase veel van elkaar leren.

Kleine organisatie, grote uitstraling

Op zich is het al bijzonder dat het mannenwerk al dertig jaar bestaat. Het is allemaal niet meer zo massaal als in de begintijd, eind jaren zeventig, toen er bijna maandelijks door de overheid gesubsidieerde workshops waren met zo’n veertig tot soms wel tachtig deelnemers. Toen was het mannenwerk, waar de stichting uit voortkomt, vrijwel uniek en sloot het, in het kielzog van de vrouwenbeweging, aan bij maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van rolpatronen van vrouwen en mannen, en beïnvloedde die ook. Het persoonlijke was politiek!

We leven nu in een andere tijd die zijn eigen vragen en uitdagingen kent. Vanaf begin jaren negentig, na het stoppen van de subsidies, is het mannenwerk steeds meer een ontmoetingsplek geworden waar mannen zich bezinnen op hun leven. Het mannenwerk is nu kleinschaliger en getalsmatig bescheidener dan in het verleden. We zijn een kleine organisatie met een grote uitstraling die voornamelijk draait op de energie, trouw en toewijding van een aantal vrijwilligers.

De grote emancipatiegolf van toen is uitgewaaierd in verschillende initiatieven. Er zijn in Nederland en Vlaanderen behoorlijk wat mannen die ooit als leider of deelnemer in het mannenwerk hun inspiratie en motivatie vonden om, individueel of binnen andere verbanden, hun eigen ‘mannen-’ en ‘mensenwerk’ te gaan doen. Als je het negatief wilt zien, dan is de grote maatschappelijke beweging van toen versnipperd, verwaterd en geïndividualiseerd. Wij zien vooral de rijkdom en de variatie van inspirerende plekken en bewegingen die gecreëerd zijn en nog steeds opnieuw gecreëerd worden. Er wordt bijzonder werk gedaan op allerlei niveaus, variërend van onderzoek en publicaties op het gebied van seksespecifieke vraagstukken, tot werk op het gebied van lichaamsbewustzijn, leiderschapstrainingen en meditatiegroepen. Van therapeutisch werk met mannelijke slachtoffers van seksueel geweld, tot projecten in Afrika ter bestrijding van aids en armoede. Op een of andere manier allemaal mannenwerk! Veel daarvan is vaak niet zo zichtbaar omdat het innerlijk werk betreft. En het gaat tegen heel wat mannelijke conditioneringen in om hoog van de toren te blazen over innerlijke processen.

 Levenskracht

In onze geïndividualiseerde samenleving biedt het mannenwerk anno 2011 ruimte voor ontmoeting en bezinning. De theoloog Wim Overdiep heeft hier ooit een pleidooi voor gehouden. Hij noemde het “oefenplaatsen waar wij onszelf en elkaar oefenen in het omgaan met onze gevoelens, ons lichaam en onze tijd. Plaatsen van concentratie en meditatie, van uitwisseling van ervaringen en van bemoediging, plaatsen van waaruit wij elkaar leren uitzenden in vrede om te doen wat gedaan moet worden”.

Als mannen, zoals tijdens onze workshops, binnen een helder kader uitgenodigd worden stil te staan en naar zichzelf te kijken, zonder oordelen en met ruimte en aandacht, dan gaat er voor hen vaak letterlijk een wereld open. We beschouwen het niet als een doel op zich dat mannen zich met elkaar terugtrekken, en het is ook niet per se nodig. Maar de ervaring leert dat het voor veel mannen goed werkt om zo nu en dan naar de eigen binnenwereld te kijken en die te betreden, zonder vrouwen in de buurt. Mannen denken bij ‘intimiteit’, ‘gevoeligheid’, ‘warme persoonlijkheden’, enzovoorts, vaak eerst aan vrouwen en niet aan zichzelf of andere mannen. Ze zoeken die zachte kwaliteiten ook meestal buiten zichzelf.

Er valt veel te zien en te leren als je in andere mannen dezelfde soort ervaringen en worstelingen herkent.

Dat is niet altijd makkelijk en tijdens de workshops wordt ook wel eens gehuild. Het kan opluchten als je dat al jaren niet meer hebt gekund. Iedereen heeft als kind op een of andere manier pijn opgelopen en een bescherming daartegen opgebouwd. Wij zien het als iets goeds om de pijn van je leven te erkennen en een beetje toe te laten. In ons dagelijkse leven hebben we immers altijd meer last van onze bescherming dan van de pijn zelf. En voor de volwassene in het hier en nu is die pijn meestal best te verdragen.

We streven ernaar onze binnenwereld in balans te brengen met de buitenwereld. Dat is voor mannen niet altijd vanzelfsprekend. Concrete doelen stellen, het liefst grote stappen zetten, hard werken, veel in je eentje doen, vaak niet eens merken dat je uitgeput raakt: het zijn nog altijd herkenbare ervaringen voor veel mannen. Het gevolg is dat zij van zichzelf en hun omgeving vervreemden en hun vermogen kwijtraken om echt contact te maken met de mensen die ze liefhebben.

Voor mannen kan het leven een stuk complexer en verwarrender zijn dan dertig, veertig jaar geleden. Als gevolg van het verschuiven van de vaste rollen lijkt er meer mogelijk, maar een aantal zaken is nog hetzelfde. Het geldt nog steeds niet als mannelijk om gevoelens als afhankelijkheid, angst, tederheid, verdriet en onzekerheid te tonen. Onze kinderen hebben ons uitgelegd dat als je op de middelbare school als jongen zwakheid toont en bijvoorbeeld huilt, dat je dan een sukkel bent en er helemaal uit ligt. En het woord ‘homo’ is dan nog steeds eenvan de meest doeltreffende scheldwoorden.

Mannen hebben gaandeweg hun opvoeding van jongetje naar man geleerd met elkaar te concurreren en afstand te nemen van alles wat wijst op gevoeligheid en zwakte. Mede daardoor zijn mannen in de wereld vaak dragers en veroorzakers van grote problemen, oorlogen, geweld en uitbuiting. Maar tegelijkertijd zijn mannen daar, alleen al getalsmatig, ook de grootste slachtoffers van.

Contact kunnen maken met je zachtheid is hard nodig om niet te verstarren, om niet te hoeven breken, om jezelf en anderen geen geweld aan te hoeven doen, om je te kunnen openen en te stromen in het levensproces. Dat is niet soft. Want als mannen het contact met hun gevoeligheid verliezen, dan verliezen ze ook het contact met hun levenskracht en lust, omdat die daarmee verbonden is.

Een groter geheel

Plekken waar mannen even niets hoeven. Even niet mee in de ratrace van de consumptie- en vermaakmaatschappij. In alle eenvoud is dat na dertig jaar nog steeds onze basis. We hoeven daarbij geen ingewikkelde methodes te hanteren of grote theorieën aan te dragen. Onze workshops en andere groepen zijn in die zin steeds basaler geworden, met geleidelijk minder nadruk op het aspect ‘training’, waarbij iets geleerd zou moeten worden. Tegenwoordig ligt de nadruk meer dan ooit op het ‘zijn in het hier en nu’, met alles wat er is. Het ligt allemaal dichterbij dan we vaak beseffen.

Voeg daaraan toe onze uitnodiging aan mannen om zich uit te spreken over wat hun ten diepste bezighoudt en beweegt. Niet babbelen, niet ‘praten over’, maar spreken en luisteren in verbinding met hart, lichaam en ziel, en je hebt die eigenaardige en simpele stijl die het Mannenwerk al jaren kenmerkt en onderscheidt.

Als alle genoemde ingrediënten aanwezig zijn borrelt de eigen wijsheid bijna als vanzelfsprekend op. We blijken ons op een dieper niveau dan we voorheen dachten met anderen te kunnen verbinden. En we blijken, soms tot onze eigen verrassing, over een natuurlijk zelfhelend vermogen te beschikken.

Een van de vooroordelen over dit soort innerlijke werk is dat we navelstaren, maar het maakt ons juist vrijer om in beweging te zijn en krachtig en helder te kunnen leven in een wereld die soms veeleisend en verwarrend kan zijn!

Tijdens onze workshops graven we niet in het verleden op zoek naar verborgen trauma’s. Alles wat van belang is dient zich in het hier en nu wel aan. “Elke weg wordt stap voor stap begaan. Geen woord dat je spreekt laat de wereld onveranderd”, zegt Wim Overdiep. Het schijnbaar kleine, persoonlijke en innerlijke werk dat we verrichten is nooit alleen voor onszelf. Het is van belang voor de hele samenleving, voor het grote geheel. In die zin is het ook groot werk!

Het is natuurlijk heerlijk wanneer je door persoonlijke ontwikkeling lekker in je vel zit, je goed voelt, ontspannen en in balans. Maar de wereld is behalve vol van schoonheid en wonderen ook vol van armoede, onrecht en geweld. En als dat een beetje schuurt met je gelukzaligheid is dat wat ons betreft een goed teken. Het is een teken van je menselijkheid. Als we ons verbonden voelen en weten met een groter geheel worden we daar meteen ook mede verantwoordelijk voor, in de betekenis van dat het ons uitdaagt om ons eigen oorspronkelijke antwoord te kiezen.

Moeder Theresa heeft eens gezegd dat we niet in ons eentje de onrechtvaardige verdeling van welvaart in de wereld kunnen oplossen. Maar we kunnen wel alvast beginnen met proberen ons eigen leven een beetje te vereenvoudigen. En willen we echt wat doen tegen haat en oorlog en geweld? Laten we dan eerst proberen maatjes te worden met onze eigen schaduw en met de mensen in onze omgeving aan wie we een hekel hebben.

We zijn over het algemeen geneigd om eerder aandacht te schenken aan de waan van de dag, aan sterke prikkels, heftige gebeurtenissen, nieuwtjes, incidenten, conflicten enzovoorts, dan aan de constante levensstroom onder alle dingen: Eén tak die breekt maakt meer geluid dan een heel bos dat groeit! In plaats van obsessief te zoeken of hard te werken kan het vooral mannen helpen zo nu en dan stil te zijn en naar het groeiende bos te luisteren. En proberen de onderstroom te voelen. En je er zo nu en dan even door laten te dragen.

Hendrik Grashuis (1950) volgde de opleiding tot docent dramatische vorming op de Academie voor Expressie. Hierna heeft hij zich gespecialiseerd als trainingsacteur binnen de psychiatrie, de gezondheidszorg, verslavingszorg en traumaverwerking. Daarnaast is hij muzikant en medeoprichter en bestuurslid van Stichting Mannenwerk.

Johan van Breukelen (1952-2012),  beeldend kunstenaar en begeleider (coach) van groepen die werken aan bewustzijn. Hij was vanaf 1985 verbonden aan Stichting Mannenwerk en heeft ruim 25 jaar training en ervaring in het leiden van groepen gericht op bewustzijn in het hier en nu, contact maken en het creatief vormgeven van je eigen leven. 

Dit artikel verscheen in Raffia maart 2011

Radboud University Nijmegen

Institute for Gender Studies