Op 8 juli 2017 is Peter de Kruif onverwachts overleden aan een hersenbloeding. Peter heeft vaak deelgenomen aan onze workshops en groepen en zo heeft hij veel mannen ontmoet. In 2011 heeft Vivan Mell voor het Mannenwerk Magazine Peter geïnterviewd over zijn passie beeldhouwen. Hieronder vind je nog een keer dit interview.

15 april 2011

De passie van……….
Peter de Kruif , 61 jaar, is een regelmatig en gewaardeerd deelnemer aan de supportgroepen en workshops van het Mannenwerk. Hij heeft een aantal jaren geschiedenis gestudeerd, maar dat vond hij te beperkt.. Omdat hij zijn hele leven al creatief was geweest, stapte hij naar de kunstacademie.  Gaandeweg kwam hij er achter dat hij niet in zijn dooie eentje  kunst wilde gaan maken. Hij besloot leraar te worden op een vrije school, een schooltype dat alle leren op een kunstzinnige wijze wil laten verlopen. Hij heeft nu zo’n 20 jaar les gegeven op een basisschool en vervolgens al weer ruim 10 jaar in het voorgezet onderwijs.

“Op de kunstacademie heb ik wel getwijfeld of ik niet toch mijn studie geschiedenis moest afmaken. Dan had ik tenminste een maatschappelijk aanvaard beroep. Maar de rek voor geschiedenis was er helemaal uit. Tijdens het jaar kunstacademie was het daarom op een gegeven moment wel even paniek. Op dat moment kwam ik de Vrije Scholen tegen. De antroposofie vond ik heel interessant. Ik kon en kan daar met mijn creativiteit heel goed uit de voeten. Naast creatieve vakken geef ik nu ook geschiedenis, natuurkunde, wiskunde, godsdienstles en een aantal hoofdvakken. Omdat ik ook mentor ben zie ik mijn kinderen iedere dag, spreek ik hun ouders en schrijf hun rapporten”.

In 1989, hij werkte toen nog op de basisschool, werd Peter overspannen en is hij een jaar uit de roulatie geweest. Hij wilde weg uit zijn omgeving en is toen naar Engeland vertrokken. Daar heeft hij een half jaar les gehad op een beeldhouwschool. Terug in Nederland heeft jarenlang samen met andere mannen op een atelier van een beeldend kunstenaar gewerkt en nu werkt hij  al  weer aantal  jaren in zijn  eigen schuur.

“De eerste jaren heb ik alleen met hout gewerkt. Tussendoor volgde ik ook wel cursussen steenhouwen. Nu werk ik ook met diverse soorten steen zoals albast, speksteen, vulkanische gesteenten en sinds enige tijd ook wel in marmer. Een favoriet materiaal heb ik niet en ik kan makkelijk switchen van hout naar steen. Op dit moment vind ik steen wel spannender omdat er nog een heleboel te exploreren valt. Hout is mij wel heel vertrouwd, het geeft heel erg mee.

Steen ketst meer af. Ik heb dan altijd gruis in mijn gezicht als ik in steen hak. Het is anders, anders te bewerken. Ik moet dan ook heel beducht zijn op breuken. Ik wil nog van alles uitproberen en ook in Belgisch hardsteen en graniet hakken.  Alleen al om te kijken hoever ik ermee kom. Om het steenhouwen nog beter onder de knie te krijgen ga ik binnenkort in de leer bij een klassiek geschoolde steenhouwer”.

“Ik zie wel parallellen tussen het beeldhouwen, de supportgroep en weekenden. Ik vind het in alle drie gevallen heel spannend. Bij het mannenwerk ben ik altijd weer benieuwd, wat er uit mijzelf tevoorschijn zal komen,wat  ik allemaal te berde zal brengen en waar mijn verhaal naar toe zal leiden. Ik vind het spannend en avontuurlijk. Datzelfde avontuur vind ik in het beeldhouwen. Ik heb in het begin wel een voorstelling of een idee. Soms is het heel concreet maar het kan ook alle kanten opgaan. Soms ook wil ik iets muzikaals of mannelijk of ik wil juist iets heel bewegelijks. Dan ga ik aan de gang en komt er iets te voorschijn,  wat vaak anders is dan ik me had voorgesteld. En dat roept weer nieuwe gezichtspunten en nieuwe ideeën op. Het is altijd een groot avontuur: ” Wat gaat hier ontstaan?”.

Aanvankelijk werkte Peter heel intuïtief. Hij ging hakken en zag gaandeweg wat het zou worden. Dat is de laatste jaren aan het verschuiven. Nu kijkt hij meer naar de thema’s die er in zijn leven spelen en is hij veel bewuster bezig. Juist dat is iets wat hij verder wil ontwikkelen. Niet meer als: “God zegene de greep” of “Ik zie wel waar ik uitkom”.

“Ik heb een beeld over de dood gemaakt. Dat was na het sterven van iemand die dicht bij mij stond. Ik zag meteen voor me zoals het moest gaan worden. Later wilde ik iets maken uit een half-verrot stuk berkenhout. Terwijl ik dat stuk hout aan het schoonmaken was vond ik dat er iets demonisch inzat. Dat heb ik er verder uitgehaald en kunnen versterken .

Ik maak ook graag beelden van mannen. Dat vind ik lekker om te doen. Bij het maken van mijn laatste  mannentorso wilde ik er jeugdigheid en kracht inleggen. Dat moest er echt uitspatten. Door mij heel bewust te zijn wat me beweegt kan ik dat ook veel sterker in mijn beelden leggen. Ik geef daarmee natuurlijk ook meer van mijn binnenwereld mee prijs als ik op die manier aan het werk ben. Zo  ben ik nu veel bewuster aan het creëren. Het puur plezier van het lekker hakken in steen of hout is nu ook veel bevredigender dan in de periode dat ik me steeds afvroeg waar ik mee bezig was. Vormgeven, dat is geweldig. Ik doe dan ook altijd weer opnieuw ontdekkingen. Het is alleen het concept maar dan, al hakkende ga ik dingen zien en dat leidt dan naar nieuwe sporen. Dat zie ik ook aan het Mannenwerk. Ik probeer natuurlijk met dingen te komen die mij bezielen, waar ik mee bezig ben. Maar waar ik naar toe ga of waar ik uitkomt, ja die zelfde verrassingen zoals in het Mannenwerk, daar zit voor mij een hele sterke parallel in”.

Zijn werk tentoonstellen? Alleen het idee al. Het was te weinig, of niet goed genoeg. Bovendien had Peter het buiten zijn directe omgeving nooit zo over zijn passie beeldhouwen gehad. En dat terwijl het hakken in hout en steen een heel belangrijke uitlaatklep voor hem is. Er was stevige stimulans van buitenaf voor nodig om zijn werk tentoon te stellen.

“Ongeveer twee jaar geleden ontmoette ik iemand die vond dat ik mijn werk tentoon moest stellen. Zijn uitnodiging om dat in zijn kantoor te doen heb ik met beide handen aangegrepen. Die vraag, stimulans was precies wat ik op dat moment nodig had. Mijn productie is daarna wel omhoog geschoten. Alles kwam in een stroomversnelling.

Daarmee is het achterhouden van mijn kunstenaarschap nu ook voorbij. Dat is blijvend, een nieuwe fase in mijn leven. Ik vind het heel leuk dat ik nu de moed ervoor heb en de schaamte voorbij ben. Ik durf mijzelf steeds meer te laten zien. Dat is een proces waarin ik nog steeds in verkeer en wat nog lang niet ten einde is.

De tentoonstelling is in een kantoorgebouw in Zeist. Op twee openbarezondagen kon iedereen onaangekondigd binnenlopen. Als je het nu wil zien kan dat alleen buiten kantoortijden. Belangstellenden moeten dan wel eerst een afspraak met mij maken.

Op die twee  zondagen zijn er in totaal meer dan honderd bezoekers geweest. Voor twee open dagen is dat eigenlijk wel veel. De reacties waren lovend en soms ook ontroerend. Wat ik ook bijzonder vond dat de emoties die ik er in heb gelegd er vaak ook uitgehaald worden en dat ik er mensen mee heb kunnen raken.  Dat bleek onder meer uit de reacties die in het gastenboek zijn geschreven.

Mijn volgende tentoonstelling is ook al in voorbereiding. Dat wordt een weekend tentoonstelling in november samen met twee schilderende vriendinnen.

Het hakken in hout en steen werkt voor Peter gezond makend. Hij formuleert dat als volgt:

“Vroeger maakte ik grotere beelden van hout. Als ik dan brak de werkweek uitkwam en zaterdags ging hakken was ik na een paar uur mijn hoofdpijn kwijt en voelde ik mij weer zo fit als een hoentje. Ik voelde mijn lijf dan helemaal zinderen, de energie stromen. Dat werkt voor mij heel gezond makend. Ook door mij te verbinden met het stuk hout of steen waar ik mee bezig ben. Het bezig zijn met kunst, vormgeving werkt voor mij heel zuiverend. Het is alsof er daardoor weer een harmonie in mijzelf ontstaat”.

tekst Vivan Mell
foto’s Johan van Breukelen